Eurocommissaris voor Milieu geïnformeerd over misstanden bij de Nederlandse implementatie en uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Persbericht

Op 8 maart j.l. heeft de Stichting IQuatro per brief de Eurocommissaris voor Milieu, de heer Calleja Crespo, geïnformeerd over misstanden bij de Nederlandse implementatie en uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Aanleiding voor de brief was dat de Commissie een Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJvEU) uit april 2013 naast zich heeft neergelegd en het Nederlandse uitvoeringsbeleid terzake (i.c. de reikwijdte van de passende beoordeling), dat strijdig is met dit arrest, in november 2015 onverbloemd heeft goedgekeurd.

De Stichting IQuatro heeft daarnaast kritiek op de Commissie vanwege diens falende toezicht bij de correcte implementatie en toepassing van de richtlijnen. De Europese spelregels zijn in Nederland dusdanig veranderd dat particulieren geen – door de richtlijnen gewaarborgde – rechtsbescherming meer hebben. Beroepsprocedures zijn kansloos omdat de bestuursrechter zijn plicht als communautaire rechter verzaakt door er niet op toe te zien dat de toepassing van het Europese recht benevens de jurisprudentie van het Hof, is gewaarborgd.

De Stichting roept de Commissie op haar passieve houding te laten varen en te bewerkstelligen dat Nederland onverwijld tot een correcte
uitvoering van de richtlijnen over gaat.

Aan de hand van uitgebreid toegelichte voorbeelden concludeert de Stichting dat de Europese Commissie heeft gefaald bij het toezien op een correcte implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn in Nederlandse wetgeving. Dat heeft tot gevolg gehad dat de rechtsbescherming van particulieren, die de richtlijnen beogen te bieden, niet is geactiveerd. Een lidstaat mag weliswaar meer doen dan de richtlijnen voorschrijven, echter in Nederland is het in Europees verband vastgelegde uitvoeringskader niet alleen ingrijpend veranderd, maar wordt het tevens naar willekeur toegepast.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State erkent slechts het nationale uitvoeringskader en gebruikt daarbij het bestuursrecht om essentiёle onderdelen van het aan de richtlijnen gekoppelde uitvoeringskader, zoals het standaard
gegevensformulier en de reeds in 2004 vastgelegde begrenzing van gebieden, uit te sluiten. Het gevolg hiervan is dat bezwaar- en beroepsprocedures tegen de Aanwijzingsbesluiten van Natura2000-gebieden kansloos zijn. De bestuursrechter verzaakt hierbij zijn plicht als communautaire rechter om in de eerste plaats toe te zien op de toepassing van het Europese recht, inclusief de jurisprudentie van het HJvEU.

Daarnaast is in de Natuurbeschermingswet een zodanige formulering opgenomen (artikel 39, lid 2) dat er geen inhoudelijk beroep mogelijk is tegen de, veelal op grond van nationaal beleid opgestelde, instandhoudingsdoelstellingen uit een beheerplan. Particulieren zijn dankzij wet- en regelgeving en het bestuursrecht monddood gemaakt.

De Commissie is meerdere malen op de hoogte gesteld van de afwijkende manier waarop Nederland met haar Europese verplichtingen omgaat, maar heeft telkens geweigerd dit te onderkennen. Zeker nu de Commissie bezig is met een “fitness-check”, gaan in Nederland voortdurend stemmen op om de richtlijnen af te zwakken. Naar de mening van de Stichting is dit niet noodzakelijk en bovenal niet gewenst.

 

Bijlage: IQuatro 2016-01 – Brief aan Eurocommissaris voor Milieu

This entry was posted in IQuatro Publicatie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.